Geschiedenis van essentiële oliën.

Essential oils Florihana


De Egyptenaren zijn belangrijk geweest voor de aromatherapie. Zij beschouwden de oliën als een goddelijk product en alleen farao’s en priesters mochten zich ermee bezighouden. In deze periode werden de oliën nog niet zo ingezet als nu. Destillatie was nog niet uitgevonden, dus de hele kruiden werden in de vette plantenolie geweekt of gebrand in branders.
Ook de joden hebben tijden de uittocht veel (essentiële) oliën met zich meegenomen, waarbij er in de bijbel ook wordt verwezen naar oliën. Het kindje Jezus kreeg van de 3 koningen schatten in de vorm van wierook, mirre, dit waren pure harsen die gebrand konden worden.
Herodotes legde vast hoe hij via destillatietechnieken essentiële oliën uit plantenmateriaal kon winnen. Hippocrates legde rond deze tijd ook de recepten vast om geparfumeerde ontsmettingsmiddelen te maken.
In de Middeleeuwen werden tijdens de kruistochten essentiële oliën als souvenirs meegenomen omdat ze als erg waardevol ervaren werden. Zo kwamen de essentiële oliën ook in West Europa terecht.
Tijdens de tachtigjarige oorlog moest iedereen het katholieke geloof volgen. De kruidenvrouw moest weg omdat de mensen nu naar de kerk gingen voor advies bij ziektes. Omdat de kruidenvrouwen niet wilden dat hun dochters het risico liepen om als heks bestempeld te worden, werd de kennis niet langer meer overgedragen en verdween de kennis met betrekking tot de werking en het gebruik van de essentiële oliën.
In de eerste wereldoorlog was er een medicijnschaarste. De Fransen gebruikten nog olie uit de natuur zoals lavendel-olie. De Franse parfumeur René Maurice Gattefossé introduceerde de term ‘Aromatherapie’ in 1936 via een boek met dezelfde titel. In de Eerste Wereldoorlog onderzocht Gattefossé het gebruik van lavendelolie en andere etherische oliën voor het ontsmetten van wonden van gewonde soldaten. Later werkte hij in ziekenhuizen, waar hij etherische oliën en parfumoliën als antiseptische middelen inzette. De werking werd niet serieus genomen en na de oorlog werd er weer overgestapt op de oude medicijnen.
In de twintigste eeuw kwamen de essentiële oliën weer aan het licht in de vorm van schoonheidstherapie en massagebehandelingen. Tegenwoordig is het vaak een onderdeel van holistische therapieën bij zowel mens als dier.